vrijdag 23 april 2010

Lulo

De lulo (ook wel naranjilla) is de vrucht van Solanum quitoense. De plant is rijkvertakt, lichtverhout en tot 3 meter hoog. De vrucht is een dik gesteelde tot 6,5 centimeter grote bes waaraan de grote bekervormige, vijfslippige, viltig behaarde kelk kan blijven zitten. De schil van rijpe vruchten is stevig-leerachtig, tot 4 millimeter dik en aan de buitenkant glanzend geel tot oranje van kleur met een afwasbaar vilt uit ruwe, lichtbruine sterharen.

De vrucht wordt aan de binnenkant door bleekoranje, vlezige tot vliezige wanden in vier compartimenten verdeeld die zijn gevuld met glazig-geeloranje, sappige, zuur-aromatische pulp en groenige, 2 tot 2,5 millimeter grote zaden.

Consumptie
Uit de lulo kan groen sap worden geperst. Dit wordt onder andere in Peru geproduceerd. Het sap is niet lang houdbaar, want na contact met de lucht verkleurt het snel naar bruin. De verkleuring kan vertraagd worden door toevoeging van limoensap. De vrucht kan ook als handfruit dienen en tot vruchtenwijn ("vino de naranjilla"), marmelade, ijs, jam, gelei en siroop worden verwerkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten